28 Oktober 2020

loekie de leeuw asjemenou

Delen:

Ik loop door Het Noordbrabants Museum, met een grote glimlach om mijn mond. Ik geniet met volle teugen van de tentoonstelling Asjemenou.

Wat een feest van herkenning bij het zien van al die voorwerpen en de bijbehorende verhalen verteld door Edwin Rutte. Al die voorwerpen komen weer even tot leven, zoals de pet van ome Willem, Loekie de Leeuw, het cassettebandje, flippo’s en de Bescheurkalender. 

Nu de musea tijdelijk gesloten zijn, ben ik des te blijer dat ik een paar weken geleden van deze tentoonstelling heb mogen genieten. Het geeft toch een gevoel van trots dat je bij deze cultuur hoort, hoe kneuterig hij soms ook lijkt. 

Een familiecultuur?

Elke organisatie heeft ook zijn eigen cultuur. Deze is opgebouwd door de mensen in de loop der tijd. Een cultuur is niet zomaar ontstaan. Een cultuur heeft een nut of in ieder geval ooit gehad.

In het onderwijs wordt vaak gesproken over een familiecultuur. Soms met trots, maar vaak ook neerbuigend. Een familiecultuur hoeft echter helemaal niet fout te zijn. Het is een van de vier hoofdvormen van organisatieculturen die Cameron en Quinn onderscheiden.

In zo’n familiecultuur staat de relatie tussen mensen centraal. Logisch dat die in een organisatie als het onderwijs vaak voorkomt. Er is veel aandacht voor goede verhoudingen, flexibiliteit, zorg voor de medewerkers, de kinderen en de relatie met ouders. Het onderwijs is vaak een fijne omgeving om te werken, met betrokken mensen en veel teamwork.

Vechten of vluchten

Maar het kan in een school, net als in families, soms ook niet goed gaan, niet goed voelen. Voor een buitenstaander lijkt alles koek en ei, maar intern rommelt er wat. Maar wat dat dan is, daar is soms lastig de vinger op te leggen, ook door de medewerkers zelf. Zij gaan onbewust steeds meer gedrag vertonen wat hen helpt om te overleven, maar niet om onderliggende problemen op te lossen. Je ziet dan vaak twee soorten gedrag. De ene persoon gaat vluchten en de ander juist vechten. Het gedrag wordt disfunctioneel.

Een asjemenou-gevoel

Soms kan het dan helpen dat iemand even de thermometer erin stopt om het onderliggende probleem zichtbaar te maken. Dit kan door goed te observeren, gesprekken te houden en vooral veel te luisteren. Vaak wordt hierbij ook een instrument gebruikt om de cultuur in kaart te brengen.

Wanneer vervolgens de analyse van de cultuur aan het team wordt gepresenteerd, is er vaak een reactie van herkenning. Mensen moeten soms lachen om de herkenbaarheid en de patronen die te zien zijn. Een asjemenou-gevoel.

Na die herkenning is de bereidheid vaak groot om mee te werken aan het totstandkomen van ander, meer helpend gedrag. De focus komt dan meer te liggen op hoe je op een professionele wijze de relatie tussen mensen centraal kunt zetten. Dit kan bijvoorbeeld door meer aandacht te besteden aan samenwerking en teamwork. Daarbij is het belangrijk om op een open manier met elkaar te communiceren, met eerlijke feedback naar elkaar. 

Hoe mooi is het dan als je achteraf weer met een glimlach om de mond kunt kijken naar hoe het een tijd geleden ging!
Loekie de leeuw

Over de schrijver

Sjanny Kusters

Ik ben Sjanny Kusters en mijn missie is om (basis)scholen te helpen om de goede dingen goed te doen, in het belang van de school, haar medewerkers en de leerlingen. Ik doe dit in mijn rol als interim directeur of als adviseur, coach of begeleider. Ik krijg daarnaast veel energie van het inzicht geven in en werken aan een professionele cultuur en het vormgeven van een goede onderwijskwaliteit.

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
>